Oude Kerk te Amsterdam

De Oude Kerk te Amsterdam is het oudste gebouw van de stad, waarschijnlijk gesticht als een houten kapelletje in een gehucht aan de Amstel. Het IJ stroomde tot aan de kerk, waar schippers aanmeerden en baden om een behouden thuiskomst. Door de eeuwen zou het kapelletje uitgroeien tot de imposante kerk die nog steeds fungeert als ‘Huiskamer van Amsterdam’.

De Oude Kerk legt in haar programma’s verbindingen tussen erfgoed en kunst, verleden en heden; en zij biedt zo gelegenheid tot contemplatie en verwondering. De kerk toont hedendaagse kunst die een relatie aangaat met de cultuurhistorische waarde van de Oude Kerk en versterkt daarmee het huidige kunstaanbod. De Oude Kerk werkt daarbij veelvuldig samen met nationale en internationale partners.

De Oude Kerk heeft twee monumentale orgels, en herbergt een Italiaans orgel en een kistorgel, allen tijdens concerten en kerkdiensten te horen. Aan de Westzijde neemt het Vater-Müller-orgel (1726/1742) een prominente plaats in, aan de noordzijde van de kerk bevindt zich het Transeptorgel gebouwd door de firma Ahrend (1965), dat is gestemd in middentoonstemming. De Oude Kerk kent een lange orgeltraditie. Jan Pieterszoon Sweelinck speelde van 1577 tot 1621 op een orgel dat hing aan de westwand van het schip, de torenmuur. Dat instrument werd in 1724 vervangen door een orgel van Christian Vater, dat enkele jaren later werd uitgebreid door Johan Caspar Müller. Het orgel wordt momenteel gerestaureerd door de firma Reil te Heerde en zal in 2018 worden opgeleverd. Organisten-titulair van de Oude Kerk zijn Matteo Imbruno en Jacob Lekkerkerker. Matthias Havinga begeleidt de kerkdiensten van de protestantse gemeente.

In 2015 heeft de Stichting Gansoord een bijdrage geleverd voor restauratie van de registerknoppen van het orgel in de Oude kerk.